Interview

Robert Malone over gevaarlijke hiaten in kennis mRNA-vaccins

Robert Malone
Geschreven door Willem Koert

Toen autoriteiten in Westerse landen besloten om mRNA-vaccins in te zetten tegen het oprukkende coronavirus, hield de man die de basis had gelegd voor de mRNA-technologie zich aanvankelijk afzijdig. Een gesprek met een Canadese arts bracht Robert Malone op andere gedachten.

“Ik treed niet graag op de voorgrond”, zegt Malone. “Dat doe ik de laatste maanden wel, maar dat is nieuw voor me. Ik heb mijn hele leven, ook toen ik de mRNA-technologie ontwikkelde, gewerkt op de achtergrond.”

Die houding cultiveerde Malone als overlevingsstrategie. De belangrijkste bewoners van de bovenste echelons van de Amerikaanse life sciences, op het grensvlak tussen moleculaire technologie, biologie en farmacologie zijn uiterst intelligente, creatieve, gedreven en competitieve individuen, legt hij uit. “Die mentaliteit zorgt ervoor dat er dingen van de grond komen”, zegt hij. “Maar het zorgt er ook voor dat, als je op wat voor manier dan ook een bedreiging voor iemands positie vormt, al snel van een collega of een vriend verandert in een vijand.”

Robert Malone past maar half in de omgeving waarin hij nog steeds zijn brood verdient. Hij heeft de fascinatie met de biologie, de intelligentie en de creativiteit, maar mist de zucht naar erkenning en de bedrevenheid in het intellectuele ellebogenwerk. Die mentaliteit maakte dat uiteindelijk anderen met zijn fundamentele werk aan mRNA-technologie konden pronken, ook al schreef hij de patenten.

Leider op de achtergrond

Toen Malone in de jaren negentig de balans van zijn carrière opmaakte, stond hij voor een keuze. In de jaren tachtig had hij als jonge wetenschapper in het Salk Institute de basis gelegd voor een nieuwe technologie, die de vaccinologie het tijdperk van de gentherapie zou inzuigen. Hij had het voor elkaar gekregen om stukjes ‘vreemd’ RNA en DNA te laten opnemen door cellen in een reageerbuis, en door cellen van levende proefdieren. Doe je dat met virale spike-eiwitten, dan heb je een vaccin op RNA- of DNA-basis, realiseerde hij zich.

Maar hij wist ook dat hij voor dat wetenschappelijke huzarenstukje nooit erkenning zou krijgen. Hij kon zich teleurgesteld terugtrekken op zijn boerderij en paarden gaan fokken. Hij kon zijn petrischalen inruilen voor hamers en zagen, en gaan werken als timmerman. Of hij kon in de wetenschap blijven.

Regelneef

Malone koos voor het laatste, al verliet hij het laboratorium. Hij werd… Ja, wat? Een voor de hand liggende term om zijn bezigheden te typeren is die van ‘manager’, maar dat woord doet hem geen recht. Oneerbiedig gezegd is Robert Malone een farmacologische überregelneef, die als geen ander de weg weet in de toppen van organisaties als de FDA en de WHO, de directiekamers en R&D-afdeling van bedrijven als Merck, Moderna en Pfizer en de onderzoeksinstituten waar elitewetenschappers werken aan de grenzen van de kennis.

Overheden huren hem in om de kennis die nodig is om nieuwe medicijnen te ontwikkelen bij elkaar te krijgen, het product klaar te krijgen om een goedkeuringsprocedure te laten doorlopen en uiteindelijk ook nog de productie van de grond te krijgen. Op die manier speelde Robert Malone een sleutelrol bij de ontwikkeling van een vaccin tegen ebola. Nu werkt hij voor India aan de ontwikkeling van een alternatief en goedkoop coronavaccin waaraan geen RNA-technologie te pas zal komen. 

“U vergist zich”

Tijdens de coronacrisis, niet lang nadat de massavaccinatie met mRNA-vaccins was begonnen, veranderde Malones leven. Een Canadese arts, die zelf al zo’n vijfhonderd coronavaccins had toegediend, had via het internet achterhaald wie de mRNA-technologie had bedacht, belde hem op en deed verslag van de bijwerkingen van de mRNA-vaccins die had gezien. “Daarvoor moet u niet bij mij zijn”, had Malone uitgebracht. “Er zijn instanties waarbij u die nevenwerkingen kunt melden. Die zijn er in elk land, dus ongetwijfeld ook in uw land.”

“Dat klopt”, had de arts geantwoord. “Maar de instantie in kwestie weigert mijn meldingen te registreren.”

In het gesprek dat uiteindelijk enkele uren in beslag zou nemen, hoorde Robert Malone dingen die hij niet voor mogelijk hield. De arts had tientallen gevallen van serieuze bijwerkingen willen rapporteren, maar had nul op rekest gekregen. “U vergist zich”, luidde de reactie. “Dit kunnen helemaal geen bijwerkingen zijn.” Collega’s hadden soortgelijke ervaringen. Artsen die publiekelijk vertelden over de bijwerkingen van vaccins konden bovendien hun licentie kwijtraken.

Er was iets mis. Met de vaccins of de overheidsinstellingen die toezagen op de veiligheid van de mRNA-vaccins, en wellicht zelfs met allebei.

De vaccins die waren gebaseerd op Malones fundamentele studies, bedoeld om leed te verminderen en levens te redden, maakten slachtoffers – en kennelijk wilden de autoriteiten niet naar hen, of naar hun artsen, luisteren. Wel, misschien luisterden ze naar één van de grondleggers van de mRNA-technologie, bedacht Malone.

Fact-checkers

Hij begon zich met de kwestie te bemoeien. Malone schreef artikelen, en bracht die via Twitter en LinkedIn onder de aandacht. Hij gaf interviews, liet zich horen in radioshows en podcasts, en wekte al snel de onvermijdelijke toorn van fact-checkers.

De boodschap van de fact-checkers is steevast dat Malone niets van doen heeft met de ontwikkeling van de mRNA-vaccins. “In artikels over de totstandkoming van de mRNA-vaccins tegen het coronavirus wordt de naam van Robert Malone niet genoemd, zoals […] in dit artikel van Nature”, de fact-checker van het Belgische Knack bijvoorbeeld.

Wie de moeite neemt om de link naar het overzichtsartikel in Nature te volgen, ziet echter dat het belangrijkste artikel dat daarin wordt genoemd een publicatie is die in de jaren negentig verscheen in Science.  Het artikel beschrijft een technologie waarbij RNA wordt ingebracht in de spiercellen van proefdieren. Een technologie, die in de jaren tachtig ontwikkeld was door Robert Malone, nota bene tweede auteur van het betreffende artikel.

Ongecontroleerd

Eén van de belangrijkste zorgpunten van Malone is dat mRNA-coronavaccins typische eerste generatie-producten zijn, die nog te grof zijn om massaal toegediend te worden. De Amerikaanse FDA, die de veiligheid van deze producten heeft afgewogen, heeft daarmee geen rekening gehouden. Door het gevoel van urgentie heeft de FDA de mRNA-vaccins beoordeeld volgens criteria die zijn ontwikkeld voor de beoordeling van klassieke vaccins. In andere landen hebben de equivalenten van de FDA dezelfde afweging gemaakt. En dat was, aldus Malone, een kapitale nalatigheid.

“De coronavaccins die we nu aan het toedienen zijn, zijn geen traditionele vaccins. Het zijn gentherapeutica, en gentherapeutica moet je beoordelen aan de hand van andere criteria.”

Een gangbaar medicijn is een actieve stof, die na toediening voor een bepaalde tijd in het lichaam actief is, legt Robert Malone uit. Bij de beoordeling van de effectiviteit en veiligheid overlegt een fabrikant onderzoek waaruit blijkt bij welke dosering en toedieningsfrequentie het effect van het middel optimaal is, en de bijwerkingen zo gering mogelijk.

Bij gentherapeutica ligt dat anders. Gentherapeutica dringen na toediening door in cellen, en laten die de eigenlijke actieve stof produceren. Bij de beoordeling van gentherapeutica moet een producent de kwantiteit van de betreffende stof kwantificeren, alsook de plaats in het lichaam waar die aanmaak plaatsvindt en hoe lang die aanmaak aanhoudt.

Spike-eiwit

“In het geval van de coronavaccins produceren de cellen het spike-eiwit van het originele coronavirus”, vertelt Malone. “Maar omdat we de veiligheid van deze vaccins niet volgens de juiste criteria hebben bestudeerd, weten we niet over welke hoeveelheden van het spike-eiwit we het precies hebben. We weten evenmin hoe lang de productie aanhoudt, en we weten niet op welke plaatsen de productie plaatsvindt.”

Volgens de producenten van de coronavaccins verdwijnen de genconstructen, of het nu versleutelde virussen zijn of kleine synthetische blaasjes, na injectie in de schouderspier vrijwel direct in de spiercellen. De spiercellen produceren het spike-eiwit, het immuunsysteem leert het eiwit herkennen, en klaar is gevaccineerde Kees.

“Dat beeld klopt niet”, zegt Malone. Hij verwijst naar een onderzoek uit Harvard waarin verpleegkundigen zich lieten vaccineren, waarna hun bloed enkele weken werd geanalyseerd. Anders dan de farmaceutische industrie beweert, bleven de spike-eiwitten enkele weken in het lichaam van de proefpersonen circuleren. Wat die eiwitten precies doen, vertelt de studie niet.

Volgens gezondheidsautoriteiten zijn de spike-eiwitten van het coronavirus niet giftig, maar fundamenteel onderzoek suggereert anders. Het eiwit heeft volgens een recente dierstudie een schadelijk effect op de wanden van kleine bloedvaatjes. Dat verklaart veel van de bijwerkingen van de vaccins die nu al aan het licht zijn gekomen. Ze lopen uiteen van trombose, lekkende bloedvaatjes, beroertes tot ontstekingen van de hartspier. Volgens de gezondheidsautoriteiten zijn deze bijwerkingen zeer zeldzaam, maar verontruste artsen en kritische experts vrezen dat ze frequenter voorkomen dan blijkt uit de officiële documenten.

Vrouwen

Robert Malone, die op dit moment voor het Amerikaanse leger onderzoekt welke al goedgekeurde medicijnen nuttig kunnen zijn bij een acute en serieuze coronabesmetting, overlegt wekelijks met hooggeplaatste functionarissen van de FDA. “Daar hoor ik dat er zorgen zijn over de bijwerkingen van deze vaccins. Naast de cardiovasculaire bijwerkingen waarover al wel wat bekend is, blijven er bijvoorbeeld maar meldingen binnenkomen van betrekkelijke jonge vrouwen die na hun vaccinatie ineens in de menopauze terecht zijn gekomen, of bij wie de cyclus onregelmatig is geworden.”

Ook zijn er vrouwen die in de overgang zaten, en ineens weer beginnen bloeden. Experts zijn ongerust en willen meer onderzoek.

Een aparte groep meldingen van bijwerkingen door vrouwen heeft betrekking op miskramen na vaccinatie, meestal in het eerste of het tweede trimester van de zwangerschap. “De theorie is dat de spike-eiwitten fijne bloedvaten in de placenta beschadigen”, zegt Malone. In hoeverre het hierbij daadwerkelijk om bijwerkingen van de vaccins gaat, is niet bekend. Het zal nog jaren duren voordat daarover uitsluitsel is.

“Ongetwijfeld komen er nog meer bijwerkingen aan het licht”, vermoedt Malone. “Misschien ook wel bijwerkingen die we nu nog niet kennen. Ik beschouw alles wat ik nu lees in de studies en rapportages als het topje van de ijsberg.”

Neurenberg

Ongetwijfeld snappen de organisaties die wereldwijd hebben besloten dat de coronavaccins toegediend mogen worden ook wel dat ze gebaseerd zijn op een technologie die nog verre van perfect is. “Deze preparaten zijn voorlopig goedgekeurd”, zegt Malone, met de klemtoon op het woordje voorlopig. Als de organisaties en overheden communiceren over de coronavaccins verzuimen ze dat kleine maar veelzeggende detail doorgaans te noemen. Robert Malone had dat liever anders gezien.

“Laten we er geen doekjes om winden”, vervolgt hij. “Deze vaccins zijn experimentele producten. Wie zich laat vaccineren participeert in een medisch experiment.”

Dat is op zichzelf prima, maar wie meedoet aan een medisch experiment kan sinds 1947 aanspraak maken op rechten. De miljoenen die nu vaccins ontvangen, lijken die rechten echter niet meer te hebben.

In 1947, tijdens de berechting van de artsen die onder het Naziregime medische experimenten op gevangenen hadden uitgevoerd, formuleerde een internationaal tribunaal van juristen in het Duitse Neurenberg de ethische regels waaraan medische experimenten zouden moeten voldoen. De Neurenbergcode is het mondiale basisdocument van alle ethische richtlijnen voor medische experimenten.

“In de Neurenbergcode staat dat deelnemers aan een medisch experiment recht hebben op alle informatie over de mogelijke en vermoede bijwerkingen van hun behandeling”, zegt Malone. “Daarvan is op dit moment geen sprake. Als je louter afgaat op de inhoud van de officiële communicatiekanalen zijn deze vaccins praktisch volledig veilig.”

Tegelijkertijd gebeurt deelname aan een medisch experiment op vrijwillige basis. Ook daarvan is steeds minder sprake, verzucht Malone. Door een cascade van maatregelen die niet-gevaccineerden alsmaar meer restricties opleggen, ervaren in tal van landen mensen een groeiende druk om zich conformeren.

“De code is ook duidelijk over jongeren”, zegt Malone. “Minderjarigen mogen niet deelnemen aan medische experimenten. Het toedienen van deze coronavaccins aan tieners onder de huidige omstandigheden is niet te verdedigen.”

Plato

Hoe heeft het zover kunnen komen? Hoe zijn we in een situatie verzeild geraakt waarin onze gezondheidsautoriteiten op zo’n grote schaal experimentele middelen zijn gaan toedienen onder zulke discutabele condities? Niet door kwade intenties, vermoedt Malone. Wel door censuur.

“Het grote probleem is dat het grote publiek, inclusief een aantal decision makers op belangrijke posities, onvoldoende geïnformeerd is”, zegt Malone. “De publieke discussie over het coronavirus en de mRNA-vaccins wordt niet gevoerd omdat de overheid, de techbedrijven en veel media afwijkende visies door censuur uit de publieke discussie houden. En ja, er is een groep goed geïnformeerde individuen die een verschil zou kunnen maken, maar die heeft besloten om te zwijgen of de halve waarheid te vertellen.”

In zijn boek De Staat van de antieke Griekse filosoof Plato vond Robert Malone een uitleg van wat de jokkende experts bezielt. “Plato introduceerde het begrip van de Nobele Leugen. In de ideale samenleving, waar een elite de touwtjes stevig in handen heeft, mag de elite leugens vertellen als het volk niet bij machte is de waarheid te bevatten, of er op een onverstandige manier op zou reageren.”

Dat is precies wat er nu gebeurt, constateert Malone. Een elite voedt het publiek Nobele Leugens, waardoor het niet bij machte is de koers van de gebeurtenissen te keren. En dat zou wel moeten, vindt Malone. “Gelukkig is de censuur niet volkomen. Dankzij kritische journalisten en alternatieve media komen steeds meer mensen op de hoogte van wat er werkelijk aan de hand is.”

Blijf op de hoogte via de nieuwsbrief

Over de auteur

Willem Koert

Willem Koert is gedragswetenschapper, freelance wetenschapsjournalist en blogger. Hij bestudeerde de bodybuildingsubcultuur, de zwarte markt voor dopingmiddelen en de opkomst van nieuwe recreatieve drugs en dopingmiddelen. Zijn journalistieke producties over gezondheid, voeding, suppletie en beweging verschenen onder meer in de Volkskrant, de Gezondgids en Men’s Health.