In zijn boek De medische omerta – Over horen, zien en zwijgen in de zorgsector neemt emeritus-hoogleraar interventieradiologie Jim Reekers ons mee in belangrijke delen uit zijn werkzame leven als arts en interventieradioloog. Na lezing resteert een gevoel van berusting en ‘komt het nog wel goed in de zorgsector’. Een belangrijke oorzaak hiervan is, zoals alom bekend, de marktwerking in de zorg. Deze neoliberale ontwikkeling heeft, net als in zoveel andere gebieden in de maatschappij, ook hier een desastreuze invloed gehad.
Reekers begon zijn studie geneeskunde met een beurs die tot stand was gekomen door het kabinet van Joop den Uyl. Zonder die beurs was hij waarschijnlijk niet gaan studeren omdat het financieel niet haalbaar was. Na zijn studie heeft hij het geluk in opleiding te komen tot radioloog. Hij ontwikkelt zich tot een welbekend specialist, wordt hoogleraar en voorzitter van de internationale vereniging van interventieradiologen.
Reekers ziet mooie ontwikkelingen in zijn vak en in de geneeskunde, maar beschrijft ook de funeste invloed van financieel conflicterende belangen – en hoe charlatans hun kans kunnen grijpen in de gezondheidszorg, niet alleen in Nederland. Kritiekloze berichten in de media over nieuwe ontwikkelingen schroeven de verwachtingen van patiënten ongewenst op.
Reekers beschrijft de organisatie van ziekenhuizen met de medisch specialisten en hun maatschappen. De titel van zijn boek vat die beschrijvingen samen. Er heerst een omerta in de ziekenhuizen waardoor veel onredelijke en slechte zorg in stand wordt gehouden. Er is een verplichting tot zwijgen en solidariteit die iedereen omklemt en verstikt. Daar komt nog eens bij dat veel ziekenhuisbestuurders falen vanwege een groot gebrek aan ervaring en opleiding.
Het is Reekers’ grote frustratie dat een ingreep waarbij vleesbomen in de baarmoeder via een ingreep van een interventieradioloog, eenvoudig en goedkoop kunnen worden behandeld, niet vergoed wordt. De verzekeraars en collega-specialisten zien er niets in en zijn niet overtuigd van het wetenschappelijk bewijs. Maar er lijken ook andere motieven een rol te spelen.
Ook beschrijft hij de opkomst van Evidence-Based Medicine (EBM), de op wetenschappelijk bewijs gebaseerde geneeskunde. Reekers is daar kritisch op en daarin ga ik niet altijd met hem mee. Het probleem is mijns inziens dat de meeste artsen onvoldoende kennis hebben van wat EBM is en hoe het moet worden gebruikt. In de praktijk wordt slecht onderzoek volkomen ten onrechte gebruikt om behandelingen, bijvoorbeeld met statines en richtlijnen op te baseren. En dat is dus juist het tegenovergestelde van wat EBM beoogt.
Psychopathische persoonlijkheid
Veel van de personen die Reekers beschrijft vertonen trekken van een psychopathische persoonlijkheid, anderen lijken meer op criminelen. Een aantal pagina’s wijdt Reekers aan de Nederlandse Vereniging tegen de Kwakzalverij. Zij behoort eveneens tot de omerta-cultuur, maar dat besef heeft bij hen nog tijd nodig om goed in te dalen. Daarbij vergeet deze vereniging dat veel reguliere behandelingen eveneens kwakzalverij zijn: ze geven slechts valse hoop.
Reekers beschrijft hoe hij familieleden en bekenden behandeld ziet worden door artsen die geen weet hebben van wat empathie betekent en hoe je je als goed arts moet gedragen. Hij laat ook zien dat het staken van chronische medicatie enorme verbeteringen in de gezondheid van mensen kan geven.
Farmaceutische industrie
De invloed van de farmaceutische en hulpmiddelenindustrie komt ook aan bod. Reekers laat zien hoe makkelijk artsen zich laten beïnvloeden en paaien door deze industrie en wat de funeste gevolgen daarvan voor de zorg zijn. De medische hulpmiddelenindustrie doet alles wat in haar mogelijkheden ligt om haar producten aan de man te brengen. Evenals bij de medicijnenindustrie is daarbij alles toegestaan met hulp van geld. De wet- en regelgeving bij medische hulpmiddelen is slecht en patiënten zijn daar de dupe van.
Aan het eind van het boek concludeert Reekers dat het gezondheidszorgsysteem in Nederland compleet ontspoord is en komt hij met een zestal radicale voorstellen tot verandering. De belangrijkste daarvan is de laatste: het afschaffen van de marktwerking in de zorg!
Veranderingen in de zorg zijn dringend nodig. Daarom hoort dit boek hoort tot de verplichte literatuur van ambtenaren van VWS, politici die zich met zorg bezighouden en ook verzekeraars, artsen en patiënten. Ik heb het met buitengewoon veel interesse en herkenning gelezen en beveel het van harte aan.
De medische omerta verscheen bij de Arbeiderspers in Amsterdam. Het kost € 22,99.