Overheid

De voortreffelijke griepprik (II)

Griepprik
Geschreven door Dick Bijl

In een aantal artikelen bespreek ik het onderzoek van Theofiel Govaert en André Knottnerus dat ten grondslag lag aan de uitbreiding van de indicatie van de griepprik. Dit is het tweede deel in deze serie. Het eerste deel verscheen gisteren.

 

Hoe groot zijn de beschreven effecten (punt 17) en bij wie zijn deze gevonden (punten 16 t/m 20)?

Aan het onderzoek namen 1.838 personen deel. Op het door de onderzoekers als belangrijkste bestempelde eindpunt (gecombineerde klinische én serologische griep) waren 16 personen in de gevaccineerde groep en 38 in de placebogroep positief.

Concreet betekent dit dat er 22 minder griepgevallen waren bij de 927 gevaccineerde personen dan bij de 911 personen in de placebogroep. De absolute risicoreductie (ARR) bedraagt daarmee 38/911 – 16/927 = 0,0417 – 0,0173 = 0,0244. Het Number Needed to Treat  (NNT), dat in dit geval ook het Number Needed to Vaccinate (NNV) kan worden genoemd, is dan 1/ARR = 1/0,0244 = 41. Dit betekent dat men 41 personen moet vaccineren om bij één persoon griep te voorkomen.

Van de gevallen van klinische griep werd niet de ernst van de griep omschreven, maar slechts gemeld dat er sprake was van griep en stijging van de antilichamenconcentratie. Wat de voordelen van een uitgespaard griepgeval waren in termen van ziektelast, ziekenhuisopname, ziekteverzuim en overlijden, blijft dus ongewis. Vaccinatie leidde niet tot vermindering van andere griepachtige aandoeningen.

Hoogst opmerkelijk zijn de conclusies die getrokken werden uit de bevinding dat griepvaccinatie geen effect had bij personen ouder dan 70 jaar die 30% van het totale aantal ouderen uitmaakten. Dat effect werd voor die leeftijdsgroep bekeken in het analysemodel en ook voor de groep personen van 60 t/m 69 jaar. Daarbij waren op alle vier uitkomstmaten geen statistisch significante effecten aantoonbaar bij personen van 70 jaar en ouder. Op drie van de vier uitkomstmaten waren effecten aantoonbaar bij personen van 60 tot en met 69 jaar.

Niet duidelijk is waarom de groepen op deze wijze zijn ingedeeld. Ten tijde van de uitvoering van het onderzoek was er in de literatuur geen wetenschappelijke onderbouwing voor het opnemen van personen jonger dan 65 jaar in een grieponderzoek. Voorts was het onderzoek niet opgezet om effecten bij subgroepen op basis van leeftijd te analyseren.

De onderzoekers verrichtten veel extra analysen waarvoor ze hadden moeten corrigeren. Toch lieten ze die correcties achterwege. Hoe meer analysen je verricht, hoe meer kans je hebt op positieve uitkomsten. Men spreekt van kanskapitalisatie: als je 100 analysen uitvoert zullen er sowieso 5 positief zijn. Corrigeren voor kanskapitalisatie betekent dat je het positieve effect van meerdere toetsen elimineert.

Uit deze bevindingen trok men merkwaardigerwijze niet de conclusie dat het nut van vaccinatie boven de 70 jaar oud niet was gebleken c.q. dat vaccinatie niet zinvol is. Wel concludeerde men dat de leeftijdsgrens van vaccinatie moest dalen van 65 naar 60 jaar. En dat werd ingevoerd in Nederland met ingang van 2008 op advies van de Gezondheidsraad onder voorzitterschap van één van de onderzoekers, die zijn onderzoek op de voorgrond schoof.

Deel 3 van deze serie verschijnt morgen.

 

Over de auteur

Dick Bijl

Dick Bijl is oud-huisarts en epidemioloog. Hij is president van de International Society of Drug Bulletins en was jarenlang hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin, een tijdschrift dat onafhankelijk nieuwe farmaceutische producten evalueert voor artsen en apothekers. Bijl schreef meerdere boeken, zoals Het Pillenprobleem en Griep – prikken, slikken of heel voorzichtig niets doen?. Hij promoveerde in 2006 aan de Vrije Universiteit.