Overheid

De technocratische hoempapa van Marcel van Raaij

Geschreven door Willem Koert, Dick Bijl

Het spoor van ellende dat de massavaccinaties tegen Covid-19 door de samenleving hebben getrokken is niet meer te ontkennen, maar het is onduidelijk wie onderzoekscommissies hiervoor ter verantwoording moeten roepen. Alleen de leden van de Rutte-kabinetten 3 en 4? Of ook de topambtenaren die het vaccinatiebeleid uitvoerden? Zoals Marcel van Raaij, die in 2021 vanuit het RIVM het covidvaccinatieprogramma coördineerde.

 

Toen het coronavirus SARS-CoV-2 in 2020 in Nederland kwam, speelde Marcel van Raaij al zes jaar eerste viool in de directie Geneesmiddelen en Medische Technologie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Een jaar later, in mei 2021, verkaste Van Raaij naar het RIVM. Hij werd programmadirecteur van het Covid-19 vaccinatieprogramma. Dat hield in dat Van Raaij eindverantwoordelijk was voor de massavaccinaties in die periode.

 

AstraZeneca

Van Raaij verving Jaap van Delden, die sinds november 2020 programmadirecteur van het programma was geweest. “Jaap van Delden en twee anderen waren aangesteld als kwartiermakers, om het programma op poten te zetten”, vertelde een woordvoerder van het RIVM in het Algemeen Dagblad. “Nu is het programma op stoom en is het goed als anderen het stokje overnemen.” Bovendien had Van Delden “al aangegeven dat hij graag iets anders wilde gaan doen”, aldus de woordvoerder.

Journalisten geloofden er niets van. Zij vermoedden dat het vertrek van Van Delden en de aanstelling van Van Raaij een direct gevolg was van een interview dat Van Delden in april 2021 met het Algemeen Dagblad had gegeven. In die periode stopte een aantal landen de injecties met het AstraZeneca-vaccin omdat opmerkelijk veel ontvangers van het vaccin een vorm van trombose ontwikkelden. Door dat nieuws kelderde de animo voor het AstraZeneca-vaccin – en Van Deelden had daar enig begrip voor. “Als ik 66 zou zijn en de huisarts zou me bellen, zou ik me ook afvragen: vandaag AstraZeneca, of over twee of drie weken Pfizer?”, zei Van Delden.

Organisaties van huisartsen als de Landelijke Huisartsen Vereniging reageerden boos en geïrriteerd op de uitlatingen. “We moeten ons samen – overheid en uitvoerders – inzetten voor eerlijke, heldere voorlichting over de vaccins”, aldus de LHV. “Het zou goed zijn als het RIVM laat weten dat zij daar nog steeds voor staan en samen met ons helpen de vaccinatiebereidheid hoog te houden.”

 

Weerstand breken

Of de affaire nu wel of geen rol heeft gespeeld in het vertrek van Van Delden, de opvolger van Van Delden gaf de LHV precies wat de vereniging wilde. Van Raaij ontpopte zich als een technocraat die zijn best deed om een beleid uit te voeren zonder zich af te vragen of dat beleid wel verstandig was. Toen Van Raaij op 4 oktober 2021 tijdens een hoorzitting voor de Tweede Kamer verslag deed van de voortgang van het vaccinatieprogramma tegen Covid-19, maakte de bestuurder geen woorden vuil aan de mogelijkheid van vaccinatieschade. Ook de vraag of de campagne wel ethisch was, kwam niet aan de orde.

“Ik wilde u vooral het een en ander vertellen over wat er allemaal gebeurt om de vaccinatiegraad zo maximaal mogelijk te krijgen in Nederland”, begon Van Raaij zijn verhaal – en dat was precies wat zijn toehoorders voorgeschoteld kregen.

Die vaccinatiegraad was op dat moment ongeveer 82 procent, vertelde de programmadirecteur. Bij de weerspannige 18 procent zaten vooral veel jongeren, mensen met allochtone achtergrond, leden van traditionele religieuze geloofgemeenschappen en mensen die de overheid wantrouwden. Van Raaij vertelde ook dat het RIVM nadacht over psychologische technieken om de weerstand tegen de massavaccinatie te breken. Die technieken moesten worden ingezet tegen vaccinweifelaars die, mogelijk door desinformatie, geloofden in stellingen als “ik ben jong en heb weinig kans om ernstig ziek te worden”. Diezelfde technieken moesten vaccinweifelaars bovendien doen geloven dat ze zonder vaccinaties niet meer alles konden doen wat ze wilden en hun familie in gevaar brachten.

Overigens was Covid-19 niet gevaarlijk voor gezonde en jonge mensen, benadrukken we nog maar even. Er zijn bovendien geen aanwijzingen dat de vaccinaties de kans op transmissie hebben verminderd, laat staan dat ongevaccineerden riskanter voor hun omgeving waren dan gevaccineerden.

Tijdens de hoorzitting stelde alleen een Tweede Kamerlid Maarten Hijink van de SP een kritische vraag. Hoeveel van de mensen die zich niet hadden laten vaccineren was al met het virus in contact gekomen en immuun, vroeg Hijink zich af. Het antwoord op die vraag zou toch moeten meebepalen hoe urgent de vaccinatiecampagne nu precies was.

Van Raaij beantwoordde de vraag niet. Hij was er de juiste persoon niet voor, vond hij.

Van Raaij schatte in dat uiteindelijk 5 tot 10 procent van de bevolking om principiële redenen geen vaccin wilde. Hoe de overheid die groep uiteindelijk moest overtuigen? Niet met een folder of een filmpje op TikTok. Maar met wat dan wel, daarover liet Van Raaij zich wijselijk niet uit.

 

Terug op het honk

In het najaar van 2021 en de eerste weken van 2022 kwam Nederland griezelig dicht in de buurt van verplichte vaccinaties, maar toen was Van Raaij alweer teruggekeerd naar zijn oude baan. Op 25 oktober 2021 hervatte hij zijn bezigheden als directeur Geneesmiddelen en Medische Technologie bij VWS.

Van Raaij speelde een rol van betekenis in het uitrollen van de massavaccinaties. Hij behoorde tot de kleine groep beslissers die tijdens de coronacrisis de mogelijkheid heeft gehad om deze farmacologische ramp te voorkomen – maar dat niet deed. In plaats daarvan voerde hij beleid uit waarvoor geen wetenschappelijke onderbouwing was. Toch had Van Raaij een biologische achtergrond.

Van Raaij heeft medische biologie gestudeerd. Hij promoveerde in de jaren negentig in Leiden op een serie dierstudies. We mogen er dus vanuit gaan dat hij het verschil kende tussen een virus en een bacterie en tussen een mens en een dier. Door zijn aanwezigheid op VWS waren sommigen van mening dat er binnen dat ministerie toch heus wel iemand met medisch inhoudelijke kennis aanwezig was. Als zij gelijk hebben, dan maakte de uitzondering op de regel die Van Raaij heet tijdens de coronacrisis van die inhoudelijke medische kennis geen gebruik.

 

Muziek

Eerlijk is eerlijk, Van Raaij zelf heeft zich op zijn biologische achtergrond niet vaak laten voorstaan. Meer nadruk legde hij op zijn activiteiten in de muziek. “‘Ik ben naast mijn werk bij VWS ook dirigent van showbands en zou heel graag nog eens met zo’n club meedoen aan een goed theaterprogramma”, vertelde Van Raaij in 2017 in een interview met ABD Blad, een uitgave van de rijksoverheid. “Toen ik ging studeren heb ik even getwijfeld tussen Medische biologie en het conservatorium. Ik heb nooit spijt gehad van mijn studiekeuze, maar ben wel altijd muziek blijven maken en dirigeren. Ik heb diverse blaasorkesten in mijn schaarse vrije tijd onder mijn hoede gehad.”

Toen Van Raaij de vaccinatiecampagne tegen Covid-19 ging aansturen was hij verbonden aan de showbands Irene uit Ede en Amigo Leiden, lezen we op klankwijzer.nl, een spreekbuis van de Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (KNMO). Daar lezen we ook meer over de achtergrond van Van Raaij.

“Van Raaij begon als 10- jarige jongen als tamboer bij de jeugd Rijnmondband te Schiedam”, aldus klankwijzer.nl. “Op latere leeftijd dirigeerde hij 15 jaar lang het seniorenorkest. Deze actieve jaren stonden tevens in het teken van zijn grote persoonlijke ontwikkeling waarin hij onder andere zijn diploma instructeur voor blazers en slagwerk behaalde. Ook behaalde hij zijn diploma HaFaBra-directie.”

HaFaBra staat trouwens voor harmonie, fanfare en brassband.

Eén van ons ((Dick Bijl – redactie) kreeg indirect met deze HaFaBra-man te maken in de periode dat hij (Dick Bijl, niet Van Raaij – redactie) hoofdredacteur was bij het Geneesmiddelenbulletin (Gebu). Twee nieuwe beleidsmedewerkers van Van Raaijs afdeling vertelden in een gesprek dat het maar eens afgelopen moest zijn met die subsidie voor het Gebu. Het was niet meer van deze tijd, vonden zij. De beroepsgroepen konden het lidmaatschap toch ook wel zelf betalen.

Op de vraag of zij de voorgeschiedenis van het bulletin kenden, bleven zij het antwoord schuldig. De archieven op het ministerie waren toen al vernietigd. De beslissing daarvoor was misschien al genomen door VVD’er Hans Hoogervorst, die in het eerste decennium van de 21ste eeuw minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was geweest. Hoogervorst was niet goed bestand tegen de continue druk vanuit de farmaceutische industrie op zijn ministerie en moest zich af en toe in vreemde bochten wringen.

Hoe dan ook, de gesprekken met de ambtenaren van Van Raaij, die nergens enig verstand van hadden, waren langdurig en zinloos. De steun aan Gebu werd beetje bij beetje minder, waardoor tienduizenden artsen en apothekers uiteindelijk niet meer automatisch toegang hadden tot onafhankelijke en afgewogen informatie over de werking en bijwerkingen van medicijnen, ongetwijfeld tot grote opluchting van de farmaceutische industrie.

In 2018 ging Van Raaij, die graag de indruk wilde wekken dat hij niet naar rechts en niet naar links boog, akkoord met een lezing van Peter Gøtzsche op zijn ministerie. Voor een goed gevulde zaal hield Gøtzsche een interessante lezing. Vanuit het ambtenarengezelschap kwam zowaar enkele vragen. Het niveau was echter dat van beginnende scholieren die nergens vanaf wisten. De vragen leken regelrecht afkomstig van Nefarma, de lobbyclub van de farmaceutische industrie in Nederland die nu Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen heet.

Nieuwe baan

Binnenkort begint Van Raaij aan weer een nieuwe topbaan. In juni wordt hij directeur van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Als Van Raaij in zijn nieuwe functie net zo goed functioneert als in de periode dat hij tachtig procent van de Nederlandse bevolking liet inspuiten met nauwelijks geteste preparaten, zal de oplossing van het probleem van de bijensterfte nog even op zich laten wachten.

 

Over de auteur

Willem Koert

Willem Koert is gedragswetenschapper, freelance wetenschapsjournalist en blogger. Hij bestudeerde de bodybuildingsubcultuur, de zwarte markt voor dopingmiddelen en de opkomst van nieuwe recreatieve drugs en dopingmiddelen. Zijn journalistieke producties over gezondheid, voeding, suppletie en beweging verschenen onder meer in de Volkskrant, de Gezondgids en Men’s Health.

Over de auteur

Dick Bijl

Dick Bijl is oud-huisarts en epidemioloog. Hij is president van de International Society of Drug Bulletins en was jarenlang hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin, een tijdschrift dat onafhankelijk nieuwe farmaceutische producten evalueert voor artsen en apothekers. Bijl schreef meerdere boeken, zoals Het Pillenprobleem en Griep – prikken, slikken of heel voorzichtig niets doen?. Hij promoveerde in 2006 aan de Vrije Universiteit.