Het virologisch laboratorium in Wuhan, waaruit in 2019 naar alle waarschijnlijkheid het coronavirus SARS-CoV2 ontsnapte, was zo lek als een mandje. In dezelfde periode ontsnapten en circuleerden nog meer genetisch versleutelde virussen in Wuhan.
Op 29 juli 2024 verscheen in de Journal of Bioinformatics and Systems Biology het artikel Discovery of a Novel Merbecovirus DNA Clone Contaminating Agricultural Rice Sequencing Datasets from Wuhan, China. Geen titel die prikkelt tot lezen, behalve dan als je behoort tot het handjevol zonderlingen met een ongezonde fascinatie voor de lablek-theorie.
Volgens de lablek-theorie is de coronacrisis niet veroorzaakt door een natuurlijk virus, maar door een virus dat is gecreëerd in een Chinees laboratorium en in de nazomer van 2019 ontsnapte. OverNu schreef al eerder over de lablek-theorie. Die stukken vindt u hier, hier, hier, hier en hier.
De schrijvers van het stuk in de Journal of Bioinformatics and Systems Biology speelden een grote rol in het boven water halen van gegevens die de lablek-theorie ondersteunen. De Nederlandse overheid en media nemen de theorie nog steeds niet serieus, maar Nederland is wat dat betreft een beetje een buitenbeentje.
In de Verenigde Staten heeft het parlement diepgravend onderzoek naar de origines van de SARS-CoV-2 gedaan. De uitkomsten daarvan wijzen er toch heus op dat het virus dat de coronacrisis veroorzaakte door mensen is gemaakt en dat topambtenaren als Anthony Fauci hun macht en invloed hebben gebruikt om de lablek-theorie als complottheorie weg te zetten. Mogelijk waren ze bang dat, als de theorie zou kloppen, aan het licht zou komen dat zijzelf de creatie van SARS-CoV-2 hadden bekostigd – en dat zijzelf dus ook medeverantwoordelijk waren voor de gevolgen van de uitbraak.
Steven Quay, één van de auteurs van de studie in de Journal of Bioinformatics and Systems Biology, getuigde op 18 juni 2024 voor de Amerikaanse commissie die de herkomst van SARS-CoV-2 bestudeert.
Quay is farmacoloog en ondernemer. Hij heeft zich, net als de andere co-auteurs, vastgebeten in het lablek-dossier. Hij publiceerde in 2021 een veelgelezen artikel waarin hij uitlegde waarom alles er wees dat SARS-CoV-2 was ontstaan in een virologisch lab.
In zijn getuigenis stipte Quay aan dat er in dezelfde periode dat SARS-CoV-2 zich in Wuhan verspreidde in diezelfde stad nog meer merkwaardige virussen opdoken. Daarbij zaten ook virussen die leken op het MERS-virus. Al in 2021 had Quay, samen met onder meer eerste auteur Adrian Jones, Yuri Deigin en Steve Massey, een pre-print gepubliceerd over het opduiken van die andere virussen in Wuhan. Pas in 2024 lukte het om het onderzoek te publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift dat is opgenomen in PubMed, de elektronische bibliotheek van de American Library of Medicine.
De aanleiding voor dit artikel is uiteraard de publicatie van Jones, Deigin, Massey en Quay. Voordat we ingaan op de inhoud daarvan, schetsen we eerst de achtergrond. Wat was MERS ook alweer? En wat heeft MERS te maken met het lablek-dossier?
MERS
MERS is een afkorting van Middle East Respiratory Syndrome. Het virus dat MERS veroorzaakt is in 2012 geïdentificeerd en in kaart gebracht door de virologische onderzoeksgroep van Erasmus MC van Ron Fouchier en Ab Osterhaus.
De Rotterdammers kregen het virus van Ali Zaki, een Saoedische viroloog van het Soliman Fakeeh Hospital in Jeddah. Zaki vond het virus in weefsels van een patiënt die in het ziekenhuis was opgenomen met een dodelijke longontsteking. Zaki constateerde dat het virus leek op het een paar jaar eerder ontdekte SARS-virus, maar kon het nioet thuisbrengen. Daarom stuurde hij het virus naar het lab van Osterhaus en Fouchier in Rotterdam. Dat lab had een sleutelrol gespeeld bij het identificeren van het SARS-virus.
De Rotterdammers ontdekten dat het door Zaki opgestuurde virus een tot dan onbekend coronavirus was. Het leek in de verte op een bekend en onschuldig coronavirus als HKU4, dat bij vleermuizen en pangolins voorkomt.
Fouchiers lab ontdekte ook hoe het MERS-virus menselijke cellen kan binnendringen. MERS-CoV, zoals het virus op dit moment officieel heet, kan zich met zijn spike-eiwit vastplakken aan het enzym dipeptidylpeptidase-4 (DPP4) op cellen. Dat enzym speelt een rol bij de insuline- en glucosehuishouding, maar MERS-CoV had een manier gevonden om via dat enzym cellen binnen te dringen en zich vervolgens te vermenigvuldigen.
Toen de Saoedische overheid te horen kreeg dat Zaki op eigen houtje een gevaarlijk virus had opgestuurd naar Erasmus MC, verloor Zaki zijn baan. Fouchier en zijn medewerkers hadden de genetische code van het nieuwe virus in kaart gebracht en patent aangevraagd op vaccins en medicijnen die op die code waren gebaseerd. Als MERS ooit nog eens een probleem zou worden, zouden die patenten de ontwikkeling van vaccins en medicijnen niet alleen duurder, maar ook tijdrovender maken.
Gelukkig bleef de schade die MERS aanrichtte binnen de perken. In 2014 was de nieuwe virusziekte op zijn hoogtepunt, daarna nam het aantal gevallen snel af. Toen de World Health Organization (WHO) in mei 2024 de balans opmaakte, stond de teller op 2613 gevallen wereldwijd. Daarbij zaten 943 sterfgevallen.
Bijna alle mensen die MERS kregen of aan MERS overleden, woonden in Saudi-Arabië. Waarschijnlijk kregen ze het virus van kamelen, die op hun beurt door vleermuizen waren besmet. De cijfers suggereren dat mensen die eenmaal met MERS-CoV zijn besmet een hoge kans hebben om te overlijden, maar dat het virus niet goed van mens tot mens kan overspringen. Een grote MERS-epidemie was dus onwaarschijnlijk, concludeerde het Franse onderzoeksinstituut Inserm in 2014.
Sleutelen aan MERS-CoV
Desondanks beginnen virologen in de jaren na de ontdekking van MERS-CoV het virus zelf en zijn verwanten, zoals HKU4, te versleutelen. Ze probeerden aan MERS-CoV-verwante virussen infectieuzer te maken – en gingen na welke mutaties nodig waren om onschuldige virussen als HKU4 te veranderen in virussen die net zo gevaarlijk waren als MERS-CoV. Of nog gevaarlijker.
Met zulk gain of function-onderzoek probeerden onderzoekers in hun lab virussen versneld veranderingen te laten ondergaan waarvan ze aannemen dat die later ook in de natuur zullen plaatsvinden. Op die manier kunnen ze gevaarlijke virussen leren kennen die nog niet zijn ontstaan – en alvast leren hoe ze die kunnen bestrijden. Tenminste, dat is het narratief van de voorstanders van dit type onderzoek.
In 2015 publiceerden virologen van de University of Minnesota Medical School bijvoorbeeld een studie waarin ze het spike-eiwit van HKU4-virussen versleutelden zodat die beter menselijke cellen konden binnendringen. Zo konden ze achterhalen dat er maar twee mutaties nodig waren om HKU4 te veranderen in een virus dat misschien riskant was voor mensen. Diezelfde twee mutaties vonden de onderzoekers ook terug in het spike-eiwit van MERS-CoV.
Eén van de co-auteurs van dat onderzoek was Zhengli Shi van het Wuhan Institute of Virology. Shi, die ook wel bekend staat als ‘the bat woman’, geeft leiding aan het onderzoek naar coronavirussen in Wuhan. Dat lab voert aan de lopende band gain of function-onderzoek uit met coronavirussen, vaak afkomstig van vleermuizen. Een belangrijke sponsor van dat onderzoek was de EcoHealth Alliance.
De EcoHealth Alliance is een organisatie die geld kreeg van de Amerikaanse overheid – en vooral van de Amerikaanse National Institutes of Health (NIH). Dat geld was bedoeld voor gevaarlijk virologisch onderzoek, dat in Westerse landen verboden of beladen was. De EcoHealth Alliance sluisde dat geld dan weer door naar het Wuhan Institute of Virology, dat vervolgens voor de Amerikanen het onderzoek uitvoerde.
Op die manier financierde de Amerikaanse overheid het onderzoek dat waarschijnlijk leidde tot de creatie van SARS-CoV-2. In 2021 achterhaalden wetenschapsjournalisten van Science, die zich baseerden op documenten van de EcoHealth Alliance die The Intercept na een juridische procedure boven water had gekregen, dat het lab in Wuhan voor de Amerikaanse overheid ook nieuwe virussen maakte door de genetische codes van MERS-CoV en HKU4 met elkaar te verhusselen. Het lab van Shi knipte onder meer het spike-eiwit van HKU4 van het virus en plakte dat vast aan MERS-CoV. Van alle nieuwe MERS-like coronavirussen die Wuhan volgens de documenten creëerde, besprak de EcoHealth Alliance er maar een paar.
De tegenstanders van dit soort onderzoek wijzen steevast op de mogelijkheid dat de nieuwe varianten kunnen ontsnappen. Hoewel de voorstanders van gain of function-onderzoek deze kans miniem achten, zijn er aanwijzingen dat een aantal epidemieën en pandemieën die zich in de afgelopen eeuw hebben voortgedaan het gevolg waren van lekkende laboratoria. En het artikel in de Journal of Bioinformatics and Systems Biology suggereert dat ook door Wuhan gecreëerde nieuwe mengvormen van MERS-CoV en HKU4 uit het lab konden ontsnappen. Dat gebeurde in de periode dat SARS-CoV-2 zich in Wuhan begon te verspreiden.
Zoekmachine
In hun studie analyseerden Adrian Jones, Steven Quay en hun collega’s genetische codes die in januari en februari 2020 waren ingevoerd in de genetische zoekmachine van het Amerikaanse National Center for Biotechnology Information. Wie die zoekmachine gebruikt, doet dat in de openbaarheid. Het is dus bekend wie wanneer welke codes invoert. Moleculaire wetenschappers gebruiken de zoekmachine zoals een vogelaar Petersons Vogelgids gebruikt.
De genetische codes zouden eigenlijk afkomstig moeten zijn van rijstplanten. Ze waren ingevoerd door wetenschappers van de Huazhong Agricultural University in Wuhan. Als je genetische codes uit rijstplanten isoleert en in kaart brengt, kun je verwachten dat je ook genetisch materiaal vindt van virussen die zich in rijstplanten vermenigvuldigen. En inderdaad, de landbouwwetenschappers hadden viraal genetisch materiaal gevonden – maar daarbij zaten ook virussen die niet in rijstplanten zouden moeten zitten. Bij de ingevoerde codes vonden Jones en zijn collega’s een compleet genoom van een onbekend HKU4-virus. Ze noemden het HKU4r-HZAU-2020.
Het nieuwe virus had bijzondere eigenschappen voor een HKU4-virus. Aan de hand van computermodellen konden de onderzoekers opmaken dat HKU4r-HZAU-2020 beschikte over een spike-eiwit waarmee het via de DDP4-receptor menselijke cellen kon binnendringen.
De onderzoekers vonden ook een aantal restrictiesites in de genetische code van het nieuwe virus. Restrictiesites zijn korte stukjes in erfelijk materiaal die ontstaan als enzymen hebben geknipt en geplakt met dat erfelijk materiaal. In dit geval suggereren deze restrictiesites dat HKU4r-HZAU-2020 is ontstaan door knip- en plakwerk in een lab.
Die vermoedens werden nog versterkt door de aanwezigheid van stukjes genetische code uit andere virussen in het genoom van HKU4r-HZAU-2020. Die waren afkomstig van een cytomegalovirus en een hepatitis-delta-virus. Ze waren waarschijnlijk in het virus geplakt om het infectieuzer te maken.
De onderzoekers vonden ook een bijna compleet spike-eiwit van MERS-CoV-1. Dat zat niet meer vast aan een virus, maar de onderzoekers konden zien dat het had vastgezeten aan een virus dat sprekend leek op HKU4r-HZAU-2020.
Behalve de codes van twee onbekende en genetisch versleutelde coronavirussen vonden de onderzoekers ook de code van een natuurlijk coronavirus, dat zo te zien niet was versleuteld. Het leek nog het meeste op HKU4 isolate-CZ01, een coronavirus uit vleermuizen dat ooit is ontdekt en bestudeerd door – jawel – het Wuhan Institute of Virology.
Geen opheldering
Jones en zijn collega’s namen via de mail contact op met de Chinese landbouwwetenschappers die de codes hadden ingevoerd. Ze vroegen om toelichting, maar kregen geen respons. Ze weten dus niet hoe de virale codes in de rijstmonsters terecht zijn gekomen. Ze kunnen alleen maar speculeren.
Een mogelijkheid is dat onderzoekers van Huazhong Agricultural University apparatuur of faciliteiten gebruikten die ook is gebruikt door onderzoekers van het Wuhan Institute of Virology. Misschien is het laboratoriumwerk op de landbouwuniversiteit verricht door technici die ook werkten bij het Wuhan Institute of Virology. Misschien is afval van het virologisch lab in contact gekomen met de bestudeerde rijst.
Het kan allemaal. Maar wat de ware toedracht ook is, het onderzoek van Adrian Jones dat pas na drie jaar kon verschijnen in de Journal of Bioinformatics and Systems Biology, maakt aannemelijk dat in de allereerste maanden van de coronacrisis in Wuhan virologen gevaarlijke virussen creëerden – onder omstandigheden waarbij die konden ontsnappen.
Dit is het eerste deel van een tweeluik. Het tweede deel verschijnt binnenkort.