“Stay strong & courageous!” Met deze persoonlijke opdracht signeerde Laura Delano haar boek Unshrunk: A story of psychiatric treatment resistance (2025) voor mij. Naar aanleiding van pakkende artikelen [1] [2] over haar boek, was ik zeer benieuwd geraakt naar haar kijk op de psychiatrie – van binnenuit.
Als arts heb ik jarenlang patiënten geholpen bij het afbouwen van medicatie, vooral psychofarmaca. Ik liep daarbij tegen de nodige blokkades aan, zoals ontbrekende kennis, systemische weerstand en een medische cultuur die voorschrijven beloont maar afbouwen nauwelijks ondersteunt. Wat Delano in haar boek beschrijft, herkende ik pijnlijk. Een systeem dat artsen en psychiaters gevangen houdt in protocollen die continuering van medicatie stimuleren en onvoldoende oog heeft voor bijwerkingen. Tegelijkertijd ken ik uit eigen ervaring het vinden van heling buiten het medische systeem – een pad dat Delano uiteindelijk ook bewandelt.
Delano’s memoir is tegelijk diep persoonlijk en verontrustend representatief. Tevens is het een doorwrocht en literair werk over de hedendaagse psychiatrie en de vraag waarom zoveel jonge mensen psychiatrische medicatie gebruiken. Deze problematiek en de indrukwekkende cijfers worden overigens ook uitgebreid besproken in het recent uitgekomen MAHA-rapport[3] (een beknopte Nederlandstalige samenvatting vindt u op maurice.nl). Unshrunk is een uitnodiging om als samenleving vraagtekens te zetten bij de medicalisering van het leven en een pleidooi voor het delen van kennis over gradueel afbouwen van psychofarmaca – zodat mensen werkelijk geïnformeerde keuzes kunnen maken.
Een verhaal dat raakt
In haar boek neemt Delano je mee in de innerlijke worsteling van een pubermeisje die opgroeit in de beschermde en bedrukkende wereld van de Amerikaanse upperclass.
Bij haar boekpresentatie deed Delano welbespraakt en overtuigend het woord. Haar verhaal is aangrijpend, rauw en hartverscheurend eerlijk. Ik luisterde ademloos en merkte hoezeer het onderwerp me raakt. De herkenning is enorm. Haar verhaal is het verhaal van velen die kampen met de desastreuze gevolgen en naweeën van psychofarmaca, maar die niet de gave hebben om erover te praten en die niet gehoord worden. Het is de reflectie van iemand die gewogen, oprecht en met compassie terug kan kijken op de jaren dat ze als patiënt binnen het systeem van de psychiatrie heeft doorgebracht.
Haar verhaal begint, zoals dat van veel jongeren, met existentiële vragen, twijfels over identiteit, de normale worsteling van het opgroeien. Maar waar deze onzekerheden voor de meeste tieners vanzelf overgaan, wordt Laura al snel het psychiatrische systeem ingezogen. Gesprekken met een therapeut leiden naar een psychiater en vervolgens tot een reeks diagnoses, pillen en een leven dat gedurende decennia wordt gedefinieerd door psychiatrische labels. Het is geen verhaal over slechte zorg of incompetente artsen. Integendeel – Delano kreeg behandeling van de beste psychiaters en prestigieuze instituten zoals het McLean Hospital (verbonden aan Harvard Medical School). Ze werd behandeld volgens de geldende standaarden, kreeg de nieuwste medicijnen en volgde consciëntieus alle adviezen. En toch werd ze niet beter, maar slechter.
Na jaren dat ze zich met verve in de rol van ‘de goede patiënte’ stortte – jaren van steeds meer praten, steeds meer pillen en steeds verdere achteruitgang – komt er plots een opening om te twijfelen aan datgene wat ze al die jaren had geloofd. Is haar brein ‘beschadigd’ door een chemische onbalans, zoals haar was uitgelegd, of is er hoop op herstel? Ze vraagt zich af of de psychiatrische drugs die ze dan al vele jaren slikt misschien niet de oplossing, maar een onderdeel van het probleem zijn.
Deze fundamentele vraag raakt aan het hart van een decennialange misvatting. De Britse psychiater Joanna Moncrieff,[4] die al jaren het medische model van de psychiatrie kritisch bevraagt, was co-auteur van een belangrijk literatuuroverzicht uit 2022[5] die bevestigde dat er geen overtuigend bewijs is voor de serotonine-hypothese van depressie. Iets wat veel artsen wel weten, maar een boodschap die bij de algemene bevolking nog nauwelijks is doorgekomen.
In haar recente boek Chemically Imbalanced (2025)[6] beschrijft Moncrieff hoe het beeld van depressie als breinstoornis decennialang door het publiek als waarheid werd geaccepteerd, terwijl de wetenschappelijke onderbouwing hiervoor grotendeels ontbrak. Een voorbeeld van hoe overtuigingen binnen de geneeskunde kunnen ontstaan en hardnekkig voortbestaan, zelfs wanneer het bewijs wankelt.
Herkenning
Als specialist ouderengeneeskunde herken ik Delano’s beschrijvingen pijnlijk goed. Toen ik als arts-assistent in de ouderenpsychiatrie werkte, waren de desastreuze gevolgen van langdurig psychofarmacagebruik voor mij zeer indrukwekkend. Ik zag de uitdrukkingsloze gezichten, de spasmen en de bewegingsonrust en vroeg me af wat de “psychiatrische ziekte” was en welk deel misschien door de pillen en behandelingen was veroorzaakt – en of je daar ooit nog onderscheid tussen zou kunnen maken.
Ik leerde de dossiers bestuderen, terug te gaan naar het begin. Maandenlang bestudeerde ik de oude papieren dossiers van mensen die soms al decennia achter gesloten deuren verbleven. Wat was ooit de aanleiding geweest voor opname, en voor de eerste medicatie? Tot mijn verrassing waren die oorspronkelijke problemen vaak veel milder dan ik had verwacht, gezien de ernst van iemands toestand jaren later. Het deed me afvragen of we hier wel het goede hadden gedaan.
Toen ik in 2013 in het verpleeghuis begon te werken, viel me direct op hoeveel mensen chronisch psychiatrische medicatie gebruikten en hoe groot de impact van de bijwerkingen voor veel mensen was – zonder dat zijzelf, de omgeving of artsen zich dat realiseerden. Doordat ik geprimed was vanuit eigen ervaring, was ik wellicht meer dan anderen beducht om medicatie als oorzaak van hun lichamelijke klachten te vermoeden.
Ik zag dat mensen die ooit een normale verdrietreactie hadden gekend – het overlijden van een partner bijvoorbeeld – daardoor vervolgens een leven lang aan de antidepressiva waren geraakt. Ouderen die niet wisten dat ze verslaafd waren aan hun slaappillen, die overdag in slaap sukkelden en nauwelijks meer konden bewegen.
Ik verdiepte me in de medische voorgeschiedenissen, de farmacologie en sprak uitgebreid met patiënten, familie en andere zorgverleners. Door de jaren hielp ik honderden mensen om langzaam af te bouwen en te stoppen met medicatie, waaronder pijnstillers en psychofarmaca. Mensen met een ‘vermoeden van dementie’ bleken ineens behoorlijk bij de pinken, anderen herkenden hun kinderen weer of stonden na jaren van bedlegerigheid plots weer op. De verbetering van functioneren was niet in alle gevallen zo dramatisch, maar vaak observeerde ik een aanzienlijke toename in de kwaliteit van leven.
Daarbij was het voor mij moeilijk om de juiste informatie en rolmodellen te vinden. De meeste collega-artsen leken het niet zo’n belangrijk thema te vinden en vanuit de opleiding kon ik niet op steun rekenen.
Eigen ervaring
Ik ken uit persoonlijke ervaring de impact van psychofarmaca, doordat ik jarenlang met ernstige rugklachten kampte waarvoor ik naast de bekende pijnstillers en opiaten ook langere tijd een combinatie van verschillende antidepressiva, anti-epileptica en andere medicatie gebruikte. Ik greep als puber en later als student alles aan wat ik kon om die verschrikkelijke pijn maar dragelijk te maken, erop vertrouwend dat de artsen het wel wisten.
De bijwerkingen van de opiaten en de psychofarmaca waren heftig en het vinden van een evenwicht hierin een hele zoektocht. Ook in de weken dat ik een lagere dosis nam dan mij was aanbevolen, kon ik me nauwelijks concentreren op het lezen van een boek. Over een periode van 10 jaar, terwijl ik intussen geneeskunde studeerde, werd ik driemaal aan mijn rug geopereerd. Ik ervaarde veel van de bijwerkingen die ik later bij mijn patiënten zou herkennen, aan den lijve. Die ervaring heeft mijn blik als arts gevormd.
Mij lukte het uiteindelijk om me te verlossen van mijn rugklachten, buiten het medische systeem. Achteraf kan ik zien hoe het – ook – groeipijnen waren en hoe de stress en prestatiedrang zich uitte als pijn. Pas jaren later leerde ik trouwens dat de langetermijnuitkomsten in veel gevallen gunstiger zijn als je een hernia niet opereert.
Neerwaartse spiraal
In Unshrunk laat Delano op indringende wijze zien hoe ze bij de beste psychiaters kwam, die haar de beste pillen en therapie gaven en waarna ze in de jaren dat ze consciëntieus de adviezen volgde steeds verder afdreef van zichzelf en van de intelligente, sportieve jonge vrouw die ze ooit was. Ze kreeg verschillende antidepressiva en antipsychotica, waarna ze slaapproblemen ontwikkelde. Daar kreeg ze slaappillen voor, die maakten dat ze suf was overdag. Om te kunnen blijven studeren – ze was inmiddels toegelaten op Harvard – kreeg ze narcoleptica (oppeppende middelen). Haar eetpatroon raakte ontregeld, ze kreeg oncontroleerbare nachtelijke eetbuien en gewichtsschommelingen, waarna de antidepressiva werden verhoogd om de scherpe randjes eraf te halen.
Delano slaagt er lange tijd in om academisch te blijven presteren, terwijl ze ook op hoog niveau squash speelt en vlucht in het studentenleven. De emotionele en lichamelijke schommelingen bespreekt ze trouw met haar therapeuten, die een luisterend oor en meer pillen bieden. Telkens meenden de betrokken psychiaters dat ze haar hielpen. Ze hadden het beste met haar voor en werkten volgens de vigerende standaarden. Maar niemand leek de link te leggen tussen haar lichamelijke klachten en de medicatie die ze haar gaven. Er was geen uitleg over effect en bijwerkingen, er werden geen afbouw- of stoppogingen ondernomen. De klachten die ze meldde, werden simpelweg geduid als tekenen van de ernst en een achteruitgang door haar psychiatrische ziekte.
Het label dat alles kleurt
De diagnose die bij Delano als puber werd gesteld, kleurt alles wat daarna volgt. Na die eerste – bipolair – volgt een scala aan labels – van depressief, borderline, eetstoornis tot alcoholafhankelijkheid. Zij en haar familie leren om “realistische verwachtingen” te hebben. Er wordt een doembeeld geschetst van een leven als psychiatrisch patiënt en de belofte van hoe de pillen haar zouden helpen om het dragelijk en behapbaar te maken.
In dezelfde tijd dat Delano eind jaren ’90 haar eerste psychiater trof, schreef de invloedrijke kinderpsychiater Joseph Biederman, een voormalig Harvard Medical School-professor en destijds hoofdonderzoeker bij het Massachusetts General Hospital, artikelen over wat hij als een veelvoorkomende en onvoldoende gediagnosticeerde stoornis zag: bipolaire stoornis bij kinderen. Het is het label dat aan Delano’s groeipijn werd toegedicht.
Delano citeert uit zijn artikel: “Unlike adult bipolar patients, manic children are seldom characterised by euphoric mood. The most common mood disturbance is irritability, with ‘affective storms,’ or prolonged and aggressive temper outbursts.”[7] En merkt vervolgens op dat in de periode van 1994 en 2003 het aantal diagnoses van bipolaire stoornis bij kinderen een 40-voudige toename kende.][8] In dit boek stelt Delano vragen over de financiële beïnvloeding van de farmaceutische industrie bij het tot stand komen van labels, protocollen en behandelingen in de psychiatrie.
Is het mogelijk dat de behandeling mensen zieker maakt? Kijken we aan tegen een iatrogeen proces? Is ons paradigma van geestelijke gezondheidszorg er soms verantwoordelijk voor dat psychische klachten chronisch worden? Dit zijn centrale vragen in het boek van de Amerikaanse journalist Whitaker die zich bezighoudt met psychiatrie.[9] Na het lezen van dit boek vraagt Delano zich af hoe haar leven eruit zou hebben gezien zonder die eerste psychiater, en zonder al die pillen.
Het keerpunt
Delano vraagt zich af hoe haar leven eruit zou hebben gezien zonder die eerste psychiater, zonder al die pillen. Ook realiseert ze zich dat haar alcoholgebruik een probleem is en besluit uiteindelijk mee te gaan naar de Alcoholics Anonymous-bijeenkomsten. Daar vindt ze steun en gelijkwaardigheid en de structuur biedt houvast om nuchter te worden. Dat samen met de verhalen van persoonlijke transformatie geven haar hoop. Langzaam groeit de moed en het vertrouwen om te overwegen om ook met de pillen te stoppen.
De hel van ontwenning
Een tumultueuze strijd van “afkicken” begint. Delano krijgt medewerking van haar psychiater, maar geen adequate begeleiding. Niemand weet haar te waarschuwen voor de fysieke impact van de ontwenningsverschijnselen die volgen en de hel die ze doormaakt wanneer ze in vlot tempo stopt met de psychofarmaca die ze dan al vele jaren gebruikt.
Stap voor stap, over de periode van telkens enkele weken, bouwt ze af. Onbewust van de risico’s van een snelle afbouw krijgt ze hevige onthoudingsverschijnselen.
Vastbesloten grijpt ze zichzelf bij elkaar, vindt steun buiten de psychiatrie en krijgt hoop op een normaal leven. Achteraf wordt haar pas duidelijk hoe zeer de klachten die ze ervaarde geen tekenen waren van een psychiatrische terugval, maar extreem fysiek ongemak na langdurig medicijngebruik.
Ik herken het gebrek aan bewustzijn bij artsen over hoe dit eruit kan zien en hoe je mensen wel zou kunnen begeleiden. Vanuit peer-support-groepen is er kennis over het langzaam afbouwen van psychofarmaca, waarbij de stapjes zo klein zijn dat het lichaam geleidelijk aan een nieuw evenwicht kan wennen.[10] Deze methode wordt “hyperbolic tapering” genoemd.[11]
Deze kennis over geleidelijke afbouw begint langzaam door te sijpelen in de medische wereld. Maar intussen krijgen mensen die willen stoppen met psychofarmaca nog altijd vaak niet de juiste begeleiding en worden ze niet geloofd wanneer ze praten over ontwenningsverschijnselen. Een veelgehoorde boodschap is: “Zie je wel hoe ziek je bent, je kunt helemaal niet zonder pillen!”
Een nieuwe missie
Delano hield een blog bij op de website ‘Mad in America’ en maakt zich via peer-support intussen al jaren hard voor bewustwording rondom de noodzaak tot geleidelijke afbouw van psychiatrische middelen. Om deze kennis beter te kunnen delen en mensen te adviseren, richtte ze met haar man en tevens ervaringsdeskundige Cooper Davis de non-profit-organisatie Inner Compass[12] op.
Een must-read
Dit indrukwekkende boek verdient het om in brede kring gelezen te worden. Het boek stelt vragen over de rol van farmaceutische belangen in onze behandelrichtlijnen. Over het gebrek aan langetermijnonderzoek naar de effecten van jarenlang medicijngebruik. Over de kloof tussen wat patiënten ervaren en wat artsen weten over bijwerkingen en afhankelijkheid.
Ondanks de thematiek is Unshrunk een bijzonder hoopvol boek dat je in een ruk wilt uitlezen. Delano laat zien dat herstel mogelijk is, ook na jarenlang intensief medicijngebruik. Het boek pleit voor een bewustwording rondom het gebruik van psychofarmaca, waardoor mensen tot een geïnformeerde keuze kunnen komen. Het is een oproep tot reflectie en een uitnodiging om als samenleving vraagtekens te zetten bij de medicalisering van normale levenservaringen.
In een tijd waarin het gebruik van psychofarmaca bij kinderen en jongeren nog altijd toeneemt, is Delano’s stem cruciaal. Haar verhaal is dat van velen die worstelen met de gevolgen van langdurig medicijngebruik, maar die vaak niet gehoord worden. “Stay strong & courageous” – de opdracht die ze mij gaf, geldt voor iedereen die dit boek leest. Want soms vraagt gezondheid meer moed dan we denken.
Referenties
[1] Tucker, J. (2025). “Psych Meds and Veblen Goods.” Brownstone Institute.
[2] Demasi, M. (2025). “Unshrunk: Laura Delano’s Breakaway from Psychiatry.” Brownstone Institute.
[3] Make America Healthy Again (MAHA) Report (2025). The White House.
[4] Moncrieff, J. (2008). The Myth of the Chemical Cure: A Critique of Psychiatric Drug Treatment. Palgrave Macmillan.
[5] Moncrieff, J., Cooper, R. E., Stockmann, T., Amendola, S., Hengartner, M. P., & Horowitz, M. A. (2022). The serotonin theory of depression: a systematic umbrella review of the evidence. Molecular Psychiatry, 28(8), 3243-56.
[6] Moncrieff, J. (2025). Chemically Imbalanced: The Making and Unmaking of the Serotonin Myth. Flint.
[7] Wozniak, J., & Biederman, J. (1997). Childhood mania: Insights into diagnostic and treatment issues. Harvard Review of Psychiatry, 4(5), 255-63.
[8] Harris, G., & Carey, B. (2008). “Researchers Fail to Reveal Full Drug Pay.” The New York Times, June 8, 2008.
[9] Whitaker, R. (2010). Anatomy of an Epidemic: Magic Bullets, Psychiatric Drugs, and the Astonishing Rise of Mental Illness in America. Crown Publishers.
[10] Simons, P. (2019). “Slow Tapering Best for Antidepressant Withdrawal.” Mad in America.
[11] Horowitz, M. A., & Taylor, D. (2019). Tapering of SSRI treatment to mitigate withdrawal symptoms. The Lancet Psychiatry, 6(6), 538-46.
[12] Inner Compass Initiative.