Publicaties

Miljoenen doden en het einde van de academische vrijheid

Geschreven door Dick Bijl

Peter Gøtzsche is onverminderd productief. De Deense arts en onderzoeker publiceert in een hoog tempo artikelen en boeken. Zijn nieuwste boek gaat over de invloed van de pandemie op de wetenschap. Volgens Gøtzsche behoorden de waarheid, de wetenschap, eerlijkheid, fatsoen en het respect voor mensenrechten tot de eerste slachtoffers van de COVID-19-pandemie.

 

Gøtzsche bevindt zich in goed gezelchap. Ook de gerenommeerde epidemioloog John Ioannidis, die Gøtzsche hier citeert, is ervan overuigd, en heeft aan den lijve ondervonden,  dat de pandemie de wetenschap veranderde. “Wereldwijd raakten miljarden mensen plotseling geïnteresseerd in en overprikkeld door de wetenschap, zonder enig besef van de wetenschappelijke methode te hebben”, schreef Ioannidis.

“Gezonde scepsis stond in dat proces niet op de voorgrond. Zelfs de beste peer-reviewed tijdschriften presenteerden tijdens de pandemie onderzoeksresultaten met vooringenomenheid en spin. In de mediaverspreiding van wetenschappelijke ontdekkingen lag de nadruk op verregaande extrapolaties van de onderzoeksresultaten, ten koste van de aandacht voor de gebruikte methodologie of de inherente onzekerheid omtrent de resultaten.”

 

Vernietiging van reputaties

Tijdens de pandemie, zo stelt Ioannidis, rees de ster van ‘valse experts’ die evidence-based benaderingen, zoals gerandomiseerde onderzoeken, verwierpen. Sommigen van hen koketteerden zelfs met hun minachting voor betrouwbare onderzoeksopzetten. Tijdens de pandemie kwam wetenschappelijke scepsis zelfs in een slecht daglicht te staan, en was het wetenschappers niet langer toegestaan lastige vragen te stellen. Wie zich niet voegde naar het dominante narratief kreeg te maken met bedreigingen, beledigingen en pesterijen in de vorm cancel culture-campagnes op sociale media, beschuldigende artikelen in reguliere media en bestsellers geschreven door zeloten.

Verdediging tegen de aanvallen was vrijwel onmogelijk. Geattaqeerde wetenschappers die een verklaring de wereld inzonden, zagen die verdraaid en verwrongen in de sociale en reguliere media terug, uiteraard op zo’n manier dat de aanval kon doorgaan. Op wikipedia-pagina’s verschenen negatieve en apert onjuiste passages. “Reputaties werden systematisch verwoest en vernietigd”, schrijft Ioannidis, die daar nog aan toevoegt dat de aanvallen zich niet alleen richtten op wetenschappers, maar ook op hun families.

Kamran Abbasi, de nieuwe hoofdredacteur van de BMJ, onderschrijft Ioannidis’ analyse. “Met iemand van mening verschillen is synoniem geworden met iemand beledigen”, schrijft Abbasi. “Protesteren is nu iemand de oorlog verklaren, en discussiëren staat gelijk aan  vechten.”

Die post-COVID-mentaliteit is onwetenschappelijk, aldus Abbasi. “Onenigheid, protest en argumentatie helpen ons dichter bij de waarheid te komen, en het marginaliseren ervan is onverenigbaar met de essentie van wetenschap en democratie. Dit gebeurt vandaag overal om ons heen.”

Gøtzsche gaat door. De sociale media hebben een niet te miskennen en kwalijke rol gespeeld in deze culturele terugkeer naar de Middeleeuwen. Waren we voor de pandemie nog van mening dat een democratie minderheidsstandpunten moet respecteren, mede dankzij intolerante bedrijven als Facebook hebben minderheidsstandpunten het nu moeilijk.

 

Big Tech

In een tijdperk waarin het maatschappelijke debat zich in een belangrijke mate afspeelt op internetfora als Facebook, LinkedIn en Twitter, heeft de opstelling van Big Tech huiveringwekkende implicaties. De sociale media, hun censuur en door de Big Tech gefaciliteerde fact-checkers vormen, middels hun onafgebroken aanval op wetenschappers en burgers met een afwijkende mening, een bedreiging voor de democratie, de open samenleving en het vrije wetenschappelijke debat.

De opstelling van sociale media tijdens de pandemie roept associaties op met de religieuze politie in Iran, de Taliban in Afghanistan, de Chinese Communistische Partij en het Ministerie van Waarheid in George Orwells 1984. De sociale media zijn in een tijdbestek van enkele jaren uitgegroeid tot monsters, waarvan we nog geen flauw idee hebben of – en zo ja: hoe – we ze kunnen bestrijden. Op het moment dat we enkele jongvolwassenen op Facebook laten beslissen wat waar of onwaar is, zijn we ten dode opgeschreven.

 

Traditionele media

De techbedrijven uit Silicon Valley zijn betrekkelijk jong, en dat is misschien een verzachtende omstandigheid. De industrie heeft nog weinig tijd gehad om ethische codes te ontwikkelen en te implementeren. De traditionele media kunnen niet terugvallen op dat excuus. Vrijwel iedereen die werkt in de reguliere media is ervan doordrongen dat het stellen van kritische vragen en het aan de kaak stellen van oneerlijkheid de belangrijkste taak van de media is. Tijdens de pandemie gebeurde dit echter niet. Iedereen loog.

The New York Times, Nature, Lancet, Science, NEJM, Scientific American en alle andere ooit hoog aangeschreven media keken weg, verdraaiden de werkelijkheid of logen. In zijn boek steekt Gøtzsche niet onder stoelen of banken dat hem steekt dat maar weinig schrijvers, journalisten en wetenschappers bereid waren om de belangenverstrengeling te onderzoeken tussen de reguliere massamedia, Big Tech, wetenschappelijke tijdschriften, wetenschappers en Chinese belangen. Voor zo’n exercitie was alle aanleiding, maar de Westerse uitgevers van wetenschappelijke media hielden zich tijdens de pandemie aan dezelfde censuurrichtlijnen als de Chinese staatsmedia. Ze offerden hun missie om de academische vrijheid te beschermen op voor geldelijk gewin.

De Amerikaanse overheid gedroeg zich tijdens de pandemie niet veel beter. NIH-directeur Tony Fauci en president Joe Biden verklaarden in interviews zonder een spier te vertrekken dat mensen niet besmet konden raken als ze waren gevaccineerd. Dat betekent dat de vaccins een werkzaamheid van 100 procent zouden hebben. Dat is pertinent onjuist. Zelfs de makers van de vaccins hebben dat, in hun overigens aan alle kanten rammelende studies, nooit durven beweren. Toen de fact-checkers van een gezondheidsmagazine deze uitspraken controleerden, verkreeg deze nonsens echter een sign of approval.

 

Doofpot

Het is geen wonder dat onder deze omstandigheden de werkelijke oorsprong van de COVID-19-pandemie is verzwegen. Deze operatie was volgens Gøtzsche de ergste doofpot in de geschiedenis van de geneeskunde. Het is onbestaanbaar dat vanaf het moment dat deze nieuwe ziekte op het toneel verscheen, overheden en onderzoeksinstellingen geen serieuze pogingen hebben gedaan om te achterhalen door welke keten van gebeurtenissen meerdere miljoenen mensen het leven hebben moeten laten.

Topambtenaren, individuen en organisaties met een dubbele agenda hebben de crisis gekaapt en gebruikt voor hun eigen doeleinden. Zelfs The Lancet, ooit het boegbeeld van de medische wetenschap, ging over tot een censuur van de ergste soort en verspreidde tegelijkertijd nepnieuws op een manier die tot dan in de wetenschap ongekend was.

Een belangrijke oorzaak van de Werdegang van de wetenschap was de omertà van de virologen. Als het publiek zou weten dat het virus, dat hun geliefden doodde, hun bedrijven het faillissement injoeg en hun vrijheid ontnam, uit een virologisch lab was ontsnapt, dan zou dat immers zijn weerslag hebben op de virologische beroepsgroep.

Een andere oorzaak was de tekortschietende beroepsethiek van de meeste wetenschapsjournalisten. In tegenstelling tot politieke verslaggevers namen zij wat hun bronnen vertelden kritiekloos over.

 

Inquisitie

In de wetenschap is een open debat een vereiste om tot een deugdelijk wetenschappelijk inzicht te komen. Tijdens de COVID-19-epidemie was het debat allerminst open. Er was meestal plaats voor slechts één interpretatie en één waarheid, als betrof het een religieus dogma. In een groot aantal opzichten lijkt het debat over COVID-19 op de duistere periode aan het einde van de Middeleeuwen, waarin de Spaanse Inquisitie jacht maakte op ketters.

Zoals priesters tijdens de Inquisitie individuen met een afwijkende mening over religie beschuldigden van ketterij, zo plakken de ongekroonde koningen van de sociale media het label van ‘anti-vaxxer’ op iedereen die zich kritisch over het coronabeleid en de massavaccinaties durft uit te laten. Zoals de Middeleeuwse kerk wetenschappelijke inzichten weerde als die religieuze doctrines weerspraken, zo weigeren redacteuren van wetenschappelijke tijdschriften en door de tijdsgeest bevangen onderzoekers de feiten onder ogen te zien. Zoals de Middeleeuwse universiteiten alleen onderwezen wat de kerkelijke bureaucratie had goedgekeurd, zo verkondigen de meeste medische tijdschriften enkel nog de boodschap van de farmaceutische industrie.

Het zal duidelijk zijn dat onder deze condities, die zijn gericht op het afdwingen van een consensus no matter what, de wetenschap wegkwijnt. Wetenschap gaat immers niet over consensus. Wetenschap is het tegenovergestelde van consensus. Wetenschappers zijn het niet met elkaar eens, en bij de gratie van die oneigheid gaat de wetenschap vooruit. “Zonder de mogelijkheid van een open debat houdt de wetenschap eenvoudig op te bestaan”, merkte de Belgische arts Jan Vandenbroucke al eens op.

 

Belangenconflict

Nu is de politisering van de wetenschap in de moderne geschiedenis geen noviteit. Dictators en autocraten maken zich er schuldig aan. Zij laten zich in dat proces verheerlijken, terwijl ze zich tegelijkertijd verrijken. Door de prioritering van politiek boven wetenschappelijke eerlijkheid is het meeste Chinese medische onderzoek onbetrouwbaar, en kon een nieuw virus uitwaaieren over de wereld. Het is te makkelijk om de verantwoordelijkheid hiervoor uitsluitend bij China te leggen. De Verenigde Staten zijn minstens medeplichtig.

De politisering van de wetenschap in het Westen vloeit voort uit een flagrant belangenconflict tussen instellingen waarvan de Westerse samenlevingen verwachten dat die onze belangen verdedigen, en grote bedrijven die hun eigen belangen nastreven. We gaan er stilzwijgend van uit dat onze instellingen desnoods een tegenmacht kunnen vormen tegen de machtige bedrijven, maar in werkelijkheid hebben de bedrijven onze instellingen tot in hun kern geïnfiltreerd. Een voorbeeld is de wereldgezondheidsorganisatie WHO, die stilletjes wordt gefinancierd door Bill Gates, één van de rijkste en machtigste mannen ter wereld.

Volgens de berichtgeving op de gedomesticeerde sociale media en de handtamme reguliere media zijn de gulle donaties van Gates een altruïstisch gebaar. Desondanks bedreigen dit soort manifestaties van filantrokapitalisme de onafhankelijkheid van onze instellingen, en uiteindelijk ook onze democratie. De macht van het bedrijfsleven groeit ten koste van de organisaties in de publieke sector.

Dit proces verklaart de ontwikkelingen binnen Big Tech. De eigenaren van de belangrijkste sociale media halen hun inkomsten uit advertenties, en zijn daarom uiterst gevoelig voor de financiële verleidingstactieken van Big Pharma. Gøtzsche is ervan overtuigd dat de farmaceutische industrie dankbaar gebruik maakt van de mogelijkheden van bedrijven als Facebook. Deze bedrijven saboteren de communicatie tussen mensen, en overtuigen gebruikers van de immense gevaren van COVID-19.

 

Het einde van de trias politica

Toen Big Tech deze rol op zich nam, en de interactie tussen de gebruikers van hun technologie ging censureren, veranderden de directies van grote internetbedrijven in niet-gekozen heersers. Als het gaat om onze vrijheid van meningsuiting zijn zij nu de wetgevers, de morele politie en de rechters. Daarmee is verdeling van de macht in drie onafhankelijke organen, waarmee democratische landen enkele eeuwen ernstige vormen van machtsmisbruik wisten te voorkomen, dus verdwenen. De door de Verlichtingsfilosoof Montesquieu geconceptualiseerde trias politica, de scheiding tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht, is niet meer.

De geslaagde infiltratie van het bedrijfsleven in onze instituties verklaart waarom riooltactieken om eminente wetenschappelijke stemmen tot zwijgen te brengen ineens succesvol bleken. Het verklaart waarom de absurde beschuldiging dat tegenstanders van de lockdowns bloed aan hun handen hadden geen weerwoord vond, en kon resulteren in het verlies van universitaire posities. Het verklaart waarom individuen die een sleutelrol speelden bij de origines van de coronapandemie, Peter Daszak uit de Verenigde Staten en Shi Zhengli uit Wuhan, ongestraft leugens konden verkondigen.

Individuen die een andere mening waren toegedaan of vragen stelden, kregen te maken met censuur, belediging en ridiculisering, vooral op sociale media maar ook in wetenschappelijke publicaties. Peter Gøtzsche heeft gedurende zijn 35-jarige carrière als wetenschapper veel misstanden gezien, maar hij had nooit kunnen bevroeden dat hij het publieke en wetenschappelijke debat zou zien afglijden tot zo’n niveau van domheid, primitiviteit en leugenachtigheid.

Elke parlementariër in een land met een nog functionerende democratie zou Gøtzsches boek moeten lezen. Het heet The Chinese virus: killed millions and scientific freedom, en is te bestellen via de website van het Institute for Scientific Freedom.

 

Over de auteur

Dick Bijl

Dick Bijl is oud-huisarts en epidemioloog. Hij is president van de International Society of Drug Bulletins en was jarenlang hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin, een tijdschrift dat onafhankelijk nieuwe farmaceutische producten evalueert voor artsen en apothekers. Bijl schreef meerdere boeken, zoals Het Pillenprobleem en Griep – prikken, slikken of heel voorzichtig niets doen?. Hij promoveerde in 2006 aan de Vrije Universiteit.