Opinie

Waarom Teddy van Essen directeur van het Centrum voor Wetenschapscommunicatie moet worden

Geschreven door Dick Bijl

OverNu begint een nieuwe serie artikelen waarin kandidaten voor het Centrum voor Wetenschapscommunicatie tegen het licht worden gehouden. Eerder werd Maarten K. als schoonmaker van dat centrum genomineerd.

 

Journalist Jet Schouten schreef recent in NRC een belangrijk artikel over de Denktank Desinformatie. Wat velen al vermoeden bleek waar: de overheid heeft tijdens de coronacrisis, en misschien wel tot op de dag van vandaag, op grote schaal ‘deskundigen’ ingezet om ‘desinformatie’ te bestrijden. Daaronder valt alle informatie die volgens de overheid niet klopte met het verhaal dat ze zelf de wereld in stuurde.

Eén persoon ga ik uit het artikel lichten. Dat is Teddy van E. Deze voormalige huisarts en TV-dokter laat desgevraagd weten betrokken te zijn bij de denktank. Op de vraag of er grijze gebieden zijn wat ‘juiste informatie’ en wat ‘desinformatie’ is, zegt Teddy van E: “wij volgden als denktank de wetenschap. Als je dat niet doet, dan ben je van God los.”

Dit is een open sollicitatie naar de functie van op zijn minst adjunct-directeur, maar beter nog directeur van het Centrum voor WetenschapsCommunicatie (CWC) van minister Dijkgraaf. Teddy van E is innovatief, betreedt paden die anderen niet durven te betreden en komt met verrassende oplossingen voor ingewikkelde problemen. Dat hij een wetenschappelijk genie is, mag best wel eens gezegd worden.

Teddy van E weet heel goed wanneer je moet zwijgen en wanneer je moet praten. Ongeveer een decennium geleden nam Teddy van E. deel aan een symposium over de griepprik in Utrecht. Daar kwam onder meer aan de orde dat, volgens literatuuroverzichten van de Cochrane Collaboration, er geen hard wetenschappelijk bewijs was dat de griepprik werkzaam was. Dat weerhield Teddy van E er niet van om te zeggen dat de griepprik wel degelijk kosteneffectief is. Op de vraag hoe dat kon bij afwezigheid van werkzaamheid bleef het stil. Een niet-werkzaam vaccin promoten, dat is pas innovatie. Dit zijn uitspraken die een directeur waardig zijn.

In Griep. Prikken, slikken of heel voorzichtig nietsdoen had ik al enkele zinnen aan Teddy van E gewijd. Hij is de motor achter het beleid van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) om jaarlijks de griepprik te adviseren. Wetenschappelijk bewijs daarvoor ontbrak… een beetje. Maar dat deed er toen niet toe – en doet er nu niet toe. We zagen tijdens de pandemie eenzelfde fenomeen: slecht wetenschappelijk onderzoek, gesponsord door vaccinfabrikanten die tevens de overheid adviseren, is de norm geworden. En Teddy van E weet als geen ander hoe hij dat moet verkopen.

Teddy van E kreeg het dus voor elkaar dat het vermaarde NHG met het ontbreken van wetenschappelijk bewijs genoegen neemt. Dit was voor de industrie zo’n geweldige zet, dat had zelfs VWS nog niet voor elkaar gekregen. Dat het NHG en passant een groot deel van zijn geloofwaardigheid en betrouwbaarheid verloor was mooi meegenomen, voor de industrie dan wel te verstaan. Bij VWS en de VVD vielen ze op de grond van het lachen, sommigen zijn nog steeds niet opgestaan.

Dat het NHG wetenschappelijk bewijs uit een lagere categorie van wetenschappelijk bewijs, observationeel onderzoek, voldoende acht om gezonde mensen bloot te stellen aan zinloze interventies, die bovendien een, weliswaar gering, risico op ernstige bijwerkingen zoals narcolepsie hebben, is vanuit wetenschappelijk oogpunt niet verklaarbaar. Het wordt wel duidelijk als we weten dat één van de auteurs van de voormalige standaard ‘Influenza en influenzavaccinatie’ van het NHG een huisarts met conflicterende belangen is. Teddy van E had zitting in de commissie die de standaard heeft opgesteld en maakte ook deel uit van de commissie van de Gezondheidsraad die de indicaties bepaalde. Er was dus geen scheiding van verantwoordelijkheden wat betreft beslissingen over de griepvaccinatie en de uitvoering ervan.

Teddy van E is een methodologische hoogvlieger. Hij heeft in totaal drie publicaties vermeld staan op zijn naam in de zoekmachine van Amerikaanse National Library of Medicine PubMed. Van geen van de artikelen is hij eerste auteur, bij één gaf hij op dat fabrikant Abbott zijn reiskosten had vergoed.

Teddy van E heeft ondertussen de definitie van wetenschapsbeoefening gewijzigd. Het beoefenen van wetenschap is tegenwoordig dus het promoten van vaccins en antivirale middelen, het angstzaaien en het verspreiden van nepnieuws gegenereerd door de farmaceutische en vaccinindustrie en de overheid.

Teddy van E was en is nog steeds lid en penningmeester van de European Scientific Working Group on Influenza (ESWI), een zichzelf onafhankelijk noemende groep die wordt gefinancierd door farmaceutische bedrijven die vaccins en virusremmers produceren. Van E weet dus exact hoe de geldstromen lopen.

De ESWI heeft naar eigen zeggen als doel “de effecten van griep op de Europese populatie te verminderen door het identificeren van en het communiceren met belanghebbenden, en door het faciliteren van interacties tussen hen”. Buitenstaanders als  de Britse onderzoeksjournalist Deborah Cohen zijn van mening dat ESWI als doel heeft het gebruik van medicijnen of vaccins tegen griep te bevorderen.

Artsen met belangenconflicten oordelen vaker in het voordeel van hun sponsor dan artsen zonder belangenconflicten. Ze behoren met het oog op de geloofwaardigheid en het vertrouwen van de bevolking niet in richtlijncommissies te worden opgenomen en ook niet als adviseur van de regering op te treden, was destijds de mening. Dat standpunt is nu, na de mondiale massavaccinaties tegen Covid-19, natuurlijk niet meer actueel.

In een uitzending van VPRO Tegenlicht sprak Teddy van E zeer wetenschappelijke woorden, ingegeven door zijn sponsor, dat oseltamivir (Tamiflu) wel degelijk werkzaam was. Een betere pleitbezorger voor de stem van de farmaceutische industrie was bijna niet denkbaar.

Teddy van E is vooral zo’n goede kandidaat voor een hoge positie in het CWC omdat hij talloze belangenverstrengelde spelers in het veld kent en meerdere belangenconflicten heeft. Als gesponsorde lobbyist beoordeelde hij ook of reclame over medicijnen wel door de beugel kon. Hij is voorzitter van de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR).

Ik kan eigenlijk maar één negatief punt over Teddy van E bedenken: hij weet niet waar hij het over heeft. Maar ook dat nadeel is, als we het hebben over het  CWC, een voordeel. Want als je ergens verstand van hebt en kritisch bent, kom je niet aanmerking voor het CWC. Het CWC lijkt wat dat betreft sprekend op de VVD.

Er zal een nieuw wetenschappelijk kader worden gecreëerd waarin niet meer het gerandomiseerde onderzoek als hoogste categorie van wetenschappelijk bewijs geldt, het paradepaardje van de Evidence-Based Medicine (EBM), maar allerlei lagere categorieën zoals beweringen van ‘experts’, anekdotisch bewijs en veterinair onderzoek.

Teddy van E heeft, in tegenstelling tot minister Dijkgraaf, helemaal geen gedaanteverwisseling nodig om desinformatie te bestrijden. Hij is bij uitstek geschikt om directeur van het CWC te worden: hij is niet-kritisch en methodologisch niet op de hoogte, heeft geen wetenschappelijke achtergrond maar wel een innovatieve insteek, hij verspreidt gesponsorde prietpraat, doet niet moeilijk over het ontbreken van wetenschappelijke kennis, heeft meerdere conflicterende belangen en doet daar helemaal niet moeilijk over, hij is rekkelijk en niet van God los en beoordeelt ook nog eens welke reclame over medicijnen wel en niet mag. Een manusje van alles.

 

Over de auteur

Dick Bijl

Dick Bijl is oud-huisarts en epidemioloog. Hij is president van de International Society of Drug Bulletins en was jarenlang hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin, een tijdschrift dat onafhankelijk nieuwe farmaceutische producten evalueert voor artsen en apothekers. Bijl schreef meerdere boeken, zoals Het Pillenprobleem en Griep – prikken, slikken of heel voorzichtig niets doen?. Hij promoveerde in 2006 aan de Vrije Universiteit.