Publicaties

‘De’ wetenschap en de bestuurscultuur tijdens pandemie

Geschreven door Redactie

Op 21 december verschijnt Voorbij de pandemische chaos, het vervolg op Pandemische chaos. Voorbij de pandemische chaos beantwoordt in essays van nationale en internationale auteurs de vraag hoe we onze respons op de coronapandemie na 2021 moeten beoordelen. Het onderstaande  fragment is ontleend aan de bijdrage van Hans Siepel.

 

De laatste decennia hebben communicatiespecialisten getamboereerd dat je als organisatie ‘zichtbaar’ moest zijn. Dat lieten universiteiten en wetenschappers zich niet twee keer zeggen. Zo groeide wetenschap uit tot een steeds dominantere speler in het publieke en publicitaire debat. Werd in vroegere dagen in Haagse politieke kringen God nog wel eens aangehaald, nu heeft de wetenschap deze plek veroverd. In de coronadebatten en vele andere politieke debatten zijn de woorden; ‘ik geloof de wetenschap’ of ‘ik vertrouw de wetenschap’ het meest gehoord.

Wie kritiek levert op de mainstream-wetenschap of een andere gedachte poneert wordt als ongelovige Thomas beschuldigd van het verspreiden van nepnieuws of desinformatie. En zo werd en wordt de toch al doodzieke bestuurscultuur met haar tunnelvisie, doelredenering en de communicatie-werkwijze extra versterkt. Voeg daar nog bij het feit dat ook de mainstream-media, als onmisbare speler en makelaar in beeldvormingspolitiek, hetzelfde aankijkt tegen de wetenschap en van kritiek en andersdenkenden niet wil horen, en het plaatje is compleet.

Al in 2007 wees ik in Risico- en crisiscommunicatie  op het gevaar en maatschappelijk destructieve karakter van deze vier ontwikkelingen en meer in het bijzonder de opmars van de wetenschap als waarheidswoord en autoriteit in waarheidsvinding. Het zal ook de lezer niet zijn ontgaan dat juist bij de aanpak van de coronacrisis de wetenschap het beslissende woord heeft. Overigens waren er ook uit wetenschappelijke hoek tal van kritische en onafhankelijke stemmen, maar deze sneuvelden in het moeras van tunnelvisies, waar men ook in deze kringen een grote voorliefde voor heeft.

Met grote gevolgen voor de wetenschap en haar aanzien zelf. ‘Gevallen’ voor de ego-verlokkingen van de communicatieprofessionals om ‘zichtbaar’ te zijn en ‘jezelf in de publiciteit op de kaart zetten’, werd ze als vanzelf meegetrokken in het tunnelvisiemoeras. Voeg daarbij de verdere politisering – met als beste illustratie de politieke beïnvloeding van de OMT-adviezen – als het logisch gevolg ervan en de eis te voldoen aan de wetten van hoe de beeldvormingspolitiek werken, dan weten we hoe laat het is.

De maatschappelijke werkelijkheid was – en is – er ook naar. De afgelopen twee jaar zagen we gebeuren hoe ook in de wetenschap de tunnelvisiemachinerie volop ‘draaide’. Kritiek werd witgewassen. Kritische wetenschappers met een ander geluid en visie op de werkelijkheid werden als in de beste inquisitiedagen ‘kaltgestellt’.

Het resultaat? Weg geloofwaardigheid en vertrouwen.

Het is te betreuren dat in het maatschappelijk debat de vraag hoe het zover is gekomen nooit hoofdonderwerp van debat is. Dat deze vraag niet gesteld wordt, heeft alles te maken met het feit dat de belangrijkste acteurs die werken en opereren in wat Jan Rotmans de institutionele werkelijkheid noemt en allemaal dezelfde ideologie delen.

 

Eerder publiceerden we fragmenten uit de essays die Ronald Meester en Willem Sorm schreven voor Voorbij de pandemische chaos.

 

Over de auteur

Redactie

Redactie Over Nu